dinsdag, oktober 24, 2006

Fragment

Grote, felle sterren schitterden voor zijn vermoeide ogen. Fima wist niet hoe ze heetten en het kon hem ook niet schelen welke Mars was en welke Jupiter en welke Saturnus. Maar hij zou dolgraag willen achterhalen waar het vage gevoel vandaan kwam dat dit niet de eerste keer was. Dat hij hier al eens was geweest, in vroeger tijden. Dat hij het geflikker van deze sterren op een koude, desolate winteravond al eens eerder had gezien. Niet door het raam van deze flat, maar, misschien, vanuit de deuropening van een van die lage stenen huisjes tussen de donkere rotsblokken aan de overkant. En toen al had hij zich afgevraagd: Wat willen de sterren van de hemel van je en wat komt de schaduw van de bergen in het duister van je zeggen? Maar die keer was er een eenvoudig antwoord geweest. Dat vergeten was. Uitgewist. Al scheen het Fima toe dat dat antwoord op de drempel van zijn herinnering stond te fladderen, je hoeft je vingers maar uit te strekken en je kunt het aanraken. Hij sloeg met zijn voorhoofd tegen de ruit en schrok van de kou. Bialik, bijvoorbeeld, beweerde dat de sterren ons bedrogen hadden. Ze waren hun belofte niet nagekomen. Ze hadden als het ware een afspraak met ons gemaakt en waren niet komen opdagen. Maar in werkelijkheid was het omgekeerd: de sterren hadden ons niet bedrogen, maar wij hen. Wij waren onze belofte niet nagekomen. Ze hadden ons geroepen en wij waren vergeten te komen. Ze hadden gesproken, en wij hadden niet willen luisteren. De kraanvogels cirkelden in het rond - en waren verdwenen.

Fragment uit 'De derde toestand' van Amos Oz

Eén van die boeken die een mens doet nadenken over wat we hier op deze nietige aardkloot doen, over de eindigheid van het leven, over de eindigheid van het nut van het leven, als er ooit al een begin aan geweest is. Een mooi verhaal over een man die niks bewijst, te bewijzen of bewezen heeft maar onbezorgd zijn eigen leventje leidt ondanks de ergernissen die hij daardoor opwekt bij zijn vrienden en kennissen, die hem ondanks die ergernissen toch waarderen.